Nagedachtenis Leo van der Heijden

vrijdag 09 augustus 2019

Met het overlijden van Leo van der Heijden verliest Boskant één van haar trouwste leden. Begin januari 1958 meldde Leo zich op 12 jarige leeftijd aan bij de vereniging en wist dat vol te houden tot aan z’n sterfdag; ruim 61 jaar dus stond zijn naam vermeld in het ledenbestand. Toen hij over moest naar de senioren, werd Leo selectiespeler. Terugkijkend op foto’s kunnen we constateren dat hij in ieder geval een vaste 2e elftal speler was. Maar gezien z’n specifieke kwaliteiten, was hij toch ook heel regelmatig speler in het 1e elftal. Op latere leeftijd bouwde hij z’n carrière af bij de lagere elftallen en nog wat later bij de veteranen.

De jongeren kennen hem zeer waarschijnlijk niet vanuit die periode. Leo was iemand met een blauwwit hart, dat mag gerust gezegd worden. Misschien ook niet vreemd want hij groeide op in een ‘blauwwitte’ omgeving. Beide ouders, Johan en Jaan, waren namelijk zeer verbonden met ons clubke en hebben daardoor een goede basis gelegd. Het blauwwit is hem als het ware met de paplepel ingegeven.

Leo was iemand met karakter, goudeerlijk, recht door zee, op het veld regelmatig ‘de rots in de branding’ en altijd aanwezig voor wat betreft de voetbalactiviteiten van vv Boskant (de keren dat hij een training miste, kunnen op een ‘halve’ hand geteld worden; blessures niet meegeteld natuurlijk).

In alle eerlijkheid, over zijn technische kwaliteiten mag worden gediscussieerd, dat was niet z’n sterkste kant. Maar als we zijn tegenstanders zouden vragen hoe het was in de wedstrijden dat ze hem (als voorstopper van Boskant) tegen hadden, dan is het zeker dat er niet één is, die blij gaat kijken. Geen gemenigheid of iets dergelijks, maar altijd meer dan 100% inzet en fysiek ijzersterk. Misschien is snoeihard het betere woord!

We kennen de naam van de tegenstander niet meer, maar de snelle spits, uit, met het 2e elftal tegen Sint-Michielsgestel, maakte na een verdedigende actie van Leo een fraaie snoekduik en belandde vol met z’n gezicht in het nog niet eens zo kort gemaaide gras. Letterlijk un karwei plat! Leo maakte z’n actie af, liep naar hem toe en vroeg hem met een uitgestreken gezicht: “En, smaa..kt tut”.

Hij was een man van weinig woorden. Weinig kans op een gele kaart voor praten in ieder geval. Woorden waren in het voetbal ook vaak niet nodig. Een blik of een opmerking van één of twéé woorden waren voldoende om van elkaar te weten wat de bedoeling was.

Keihard, of zoals al eerder gezegd, snoeihard. Ook voor zichzelf. Iets intapen of een rekverband was er bij hem niet bij. “Geen todde aon m’n lijf”, was z’n reactie als zo iets werd voorgesteld. Zo keihard voor zichzelf dat hij, bij een duidelijke botbreuk, weigerde om meteen naar het ziekenhuis te gaan. “Daor gaon we straks wel naor toe, was z’n reactie, uurst naor de 2e helft kijken”!
Ook voor de jeugd was hij actief. Toen zoon Jeroen ‘op voetbal ging’ was het bijna vanzelfsprekend dat hij leider werd van het team en ook mee de trainingen verzorgde.

Na een periode van actief voetballen volgt er voor sommige personen een carrière als supporter. Vaak alleen maar het 1e elftal en dan nog als het te combineren valt met de situatie thuis (verjaardagen, kinderen, etc).
Hoe anders stond Leo daarin. Hij was iemand met een blauwwit hart. Het maakte dat hij bij alle uit- en thuiswedstrijden van Boskant 1 aanwezig was. Bijna altijd samen met Bertha. Niet alleen bij de officiële wedstrijden, maar ook alle vriendschappelijke wedstrijden werden door hem, in weer en wind, bezocht.

Daar bleef het echter niet bij. Op de vroege zondagmorgen was hij al vaak aanwezig om de wedstrijden van de dames, de lagere elftallen, of Boskant 2 te bekijken. Zelfs op zaterdag bezocht hij wedstrijden van de jeugd. Zeker vanaf de tijd dat z’n kleinkinderen de leeftijd hadden om te gaan voetballen.

Z’n aanwezigheid langs de lijn stoorde niet, viel niemand op. Als Leo wat riep, was het (bijna) altijd positief bedoeld. Tekenend is de opmerking in het appje dat leider Ron van Uden eind vorige week, na het overlijdenbericht, verstuurde naar de spelersgroep van Boskant 2 (vooral bedoeld voor de jongeren onder hen). “Eén van onze vaste trouwe supporters. Als je Leo niet kende en je hoorde soms: Kom op, kom op!!,  dan was dat Leo!”

Z’n liefde voor Boskant ging ver. Het gerucht gaat zelfs dat het perceel aan de Hazelaarstraat 35 indertijd zijn voorkeur had, omdat hij dan goed uitzicht had op de velden (kantine) van de vereniging. Leo was er altijd als de kippen bij als er iets geklust moest worden. De opmerking: ‘als met de paplepel ingegeven’ heeft daar ook alles mee te maken.

Hij was goed vakman, bleek van alle markten thuis en was in het bezit van diverse nuttige gereedschappen. Samen met zijn ‘blauwwitte’ bereidwilligheid ruim voldoende om heel actief te zijn voor ons clubke.
Ook daar weinig woorden. Leo was vaak al met de klus bezig voordat alle details erover waren uitgelegd. De onderhoudsploeg (klusploeg zoals je wil), was maar wàt blij met zijn aanwezigheid. Hij was overal inzetbaar en nagenoeg altijd werden de klusjes geklaard. Lukte het niet alleen, dan kwam er wel hulp van één van de andere klusploeg-leden. Met name met de vorig jaar overleden Ad van Hastenberg vormde hij een gouden koppel. Dat gevoel was wederzijds, want samen hebben ze onnoemelijk veel werk verricht voor onze vereniging!

We zullen hem gaan missen bij v.v. Boskant. Natuurlijk vanwege het vele kluswerk. Maar niet alleen daarom! Ook al vanwege de belangstelling die hij heeft getoond voor de club. Voor de aanwezigheid bij de wedstrijden die door onze teams gespeeld zijn. Geen lange verhalen, maar korte, bondige en vaak rake opmerkingen!  Ze zijn er niet meer, jammer genoeg. 

Wat blijft zijn de herinneringen. Mooie herinneringen.

Vorige